Ik was 24, net afgestudeerd en werkeloos. Ik woonde in de meest suffe nieuwbouwstad van het land, Almere. Er was één lichtpuntje: Ik woonde tenminste niet in Lelystad. Dat zou pas echt een drama zijn geweest.

Toen ik drie jaar oud was, verhuisden mijn ouders en ik naar Almere Haven, een dorp dat was gebouwd op de bodem van de voormalige Zuiderzee. We behoorden tot de eerste paar honderd inwoners. Er was niks en daardoor kon er van alles.

De achtertuin van ons tweede rijtjeshuis kwam uit op een hofje met een wipkip, maar ik heb nooit iemand zien wippen. In plaats daarvan bouwden we hutten in de bosjes langs de busbaan, maakten we illegaal kampvuren om aardappels te poffen op het open veld en bliezen we met pvc-buizen witte besjes door openstaande dakramen van huizen in aanbouw.

Van wipkip naar speeltuinparadijs

Op mijn 18e kreeg ik van mijn middelbare school een gebreide sjaal als afscheidscadeau. Ik kon bijna direct een sociale huurwoning in het centrum van Almere Haven betrekken. Er was geen sprake van eindeloos wachten.

Ik woonde daar terwijl ik Nederlands studeerde in Amsterdam. Het enige wat mij nog gruwelijker leek dan hokken in een te dure kamer bij een hospita driehoog achter was verhuizen naar Lelystad.

Vanaf hier kon het alleen maar beter gaan. Na mijn afstuderen lag de wereld aan mijn voeten, ver weg van Almere en voorbij Lelystad. Mijn moeder vond dromen prima, maar ik moest wel wat doen in de tussentijd.

Nu kon ik wel aardig schrijven, dus misschien kon ik daarmee wat geld verdienen? Ik vond het een fantastisch idee. Via de dorpstamtam hoorde ik over het initiatief voor een speeltuinparadijs voor kinderen in Haven, omdat er nog nog steeds alleen maar die eeuwige wipkip was. Enkele mondige inwoners vonden dat daar eens verandering in moest komen.

Mijn nieuwsgierigheid won van de angst

Aangemoedigd door mijn moeder belde ik met trillende stem de initiatiefnemer en zei dat ik een journalist was zonder vast contract bij een krant. En zonder ooit een nieuwsverhaal te hebben geschreven of gepubliceerd, maar dat hoefde ik er van mezelf allemaal niet bij te zeggen. We maakten een afspraak.

Er ging een grondige voorbereiding aan mijn interview vooraf. Meerdere keren stond ik op het punt af te bellen omdat het plan me opeens te idioot leek en ik bang was dat de initiatiefnemer misschien wel een grote griezel was. Maar uiteindelijk ging ik toch, met een lang lijstje vragen.

Zonder enige kennis van zaken speelde ik de journalist aan zijn keukentafel, met klotsende oksels en een nieuw kladblokje. Ik vergat de helft van mijn vragen en haalde opgelucht adem toen ik weer buiten stond, maar ik had het toch maar mooi gedaan en dat voelde geweldig.

Omdat het internet nog niet was uitgevonden, fietste ik de volgende dag naar de Grote Markt en stopte mijn getypte stuk in de brievenbus van het lokale dagblad. Ik had er een briefje bijgedaan waarin ik mijzelf presenteerde als freelance journalist. Dat kwam inmiddels al makkelijker uit mijn mond.

Nog diezelfde week stond mijn artikel met foto bovenaan pagina 3 van het regiokatern van het Dagblad van Almere. Van onze medewerker Maaike van den Bosch.

Iedereen sucks in het begin

Na ruim 20 jaar besloot ik de journalistiek vaarwel te zeggen. Toen ik terugdacht terug aan hoe het allemaal was begonnen en hoe leuk het was geweest, drong tot me door hoe bepalend het kan zijn voor je leven als je je monsters in de bek kijkt.

Angst is nuttig omdat het waarschuwt voor gevaar, maar vaak zijn we ook bang voor dingen die echt geen ramp betekenen. Die angsten zitten in ons hoofd en vreten bergen energie. Overtuigingen die belemmeren om stappen te zetten.

Zelfvertrouwen is de sleutel. Werk aan je vaardigheden en oefen tot je het goed genoeg kan. Ga het gewoon doen. Zet die eerste stap en geef niet te snel op. Iedereen sucks in het begin.

Het was al later geworden

Ik wilde voor mezelf beginnen. Een droom die altijd wel sluimerend aanwezig was geweest. Met een online business zou ik vrijer zijn om te gaan en staan waar ik wilde. Dat leek me heerlijk. Maar het was iets voor ooit, voor later misschien. Inmiddels was later aangebroken.

Ik wist dat ik goed genoeg was geworden in mijn vak als journalist en tekstschrijver. Ik durfde inmiddels te vertrouwen op mijn kennis en ervaring in interviewen, contentwriting en storytelling om de stap naar een eigen onderneming te durven zetten.

Ik wist ook heel goed waarin ik nog kon groeien: in het runnen van mijn eigen bedrijf. Alles wat daarbij komt kijken is voor mij helemaal nieuw en dus leuk om mijn tanden in te zetten.

Maar het is ook eng. Kan ik dat wel? Ben ik wel een ondernemer? Net als 24 jaar geleden besloot ik uiteindelijk tijdens een pelgrimstocht de stap maar te zetten, met klotsende oksels en een nieuw kladblokje.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven